Per 1 januari 2023 zijn er een aantal veranderingen in de berekening van de kinder- en partneralimentatie. Welke en voor wie gelden ze? Lees het in dit blog.
1. Hoe wordt de kinder- en partneralimentatie berekend?
De rechtbank volgt over het algemeen de richtlijnen die zijn opgenomen in het rapport Alimentatienormen, dat jaarlijks verschijnt. Dit is echter geen wet, wat betekent dat de rechter ervan kan afwijken. De praktijk leert dat dit nauwelijks gebeurt.
Het alimentatierekensysteem komt erop neer dat er een berekening wordt gemaakt van het bruto jaarinkomen naar het netto maandinkomen van de alimentatieplichtige, rekening houdend met alle fiscale regels. Vervolgens wordt bekeken welke kosten de alimentatieplichtige heeft om in zijn eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. Van het resterende bedrag is een percentage beschikbaar voor kinderalimentatie en daarna voor partneralimentatie.
2. Wat is er per 1 januari 2023 veranderd?
- Per 1 januari 2023 is er een nieuwe manier van berekenen ingevoerd voor de woonlasten van de partneralimentatieplichtige. Eerder werd er met de daadwerkelijke woonlasten rekening gehouden, nu wordt er uitgegaan van een zogenaamd ‘woonbudget’. Het woonbudget is 30 procent van het netto besteedbare inkomen van degene die partneralimentatie betaalt. De woonlasten worden geacht uit dat bedrag te worden betaald. Het woonbudget kan dus hoger of lager zijn dan de echte woonlasten van de alimentatieplichtige.
- Bij het vaststellen van de partneralimentatie wordt er ook altijd gekeken of de alimentatiegerechtigde na het ontvangen van de partneralimentatie per saldo niet meer te besteden heeft dan de alimentatieplichtige. Tot 1 januari 2023 werd dit berekend door de vrije bestedingsruimte van beiden met elkaar te vergelijken. Nu wordt gekeken bij welk bedrag aan partneralimentatie het netto inkomen van beiden gelijk is. Wanneer de kosten van de kinderen hoger zijn dan het te ontvangen kindgebonden budget dan worden deze voor het meerdere in de vergelijking meegenomen. Dit geldt ook voor niet vermijdbare en niet verwijtbare extra lasten.
3. Let op, er is een uitzondering op de nieuwe regel van het woonbudget. Wat houdt deze in?
- Wanneer de werkelijke woonlasten hoger zijn dan het woonbudget, wordt daar rekening mee gehouden. De hogere woonlasten moeten dan wel niet vermijdbaar en niet verwijtbaar zijn en ook niet elders binnen het budget gecompenseerd kunnen worden. Te denken valt hier aan de situatie dat de alimentatieplichtige naast zijn eigen woonlasten ook de lasten van de gezamenlijke (echtelijke) woning blijft betalen. Met deze dubbele lasten kan dan bij de draagkrachtberekening rekening worden gehouden, zolang deze situatie voortduurt.
- Wanneer de werkelijke woonlasten aanmerkelijk lager zijn dan het woonbudget, wordt daar rekening mee gehouden. Dit is het geval wanneer er onvoldoende draagkracht is om in de behoefte van de alimentatiegerechtigde te voorzien en de lagere woonlasten duurzaam zijn.
4. Voor wie gelden de veranderingen in de berekening van kinder- en partneralimentatie?
De gewijzigde rekenmethode geldt voor alimentatiebedragen die na 1 januari 2023 ingaan. De nieuwe rekenwijze zelf wordt niet als een wijziging van omstandigheden gezien, op grond waarvan een wijziging van de hoogte van de alimentatie kan worden verzocht aan de rechter. Voor een geslaagd wijzigingsverzoek dient er dus sprake te zijn van een of meerdere andere wijzigingen, die maken dat de hoogte van de alimentatie niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet.
Vraagt u zich af of de partneralimentatie die u betaalt of ontvangt te hoog of te laag is, neem dan contact met mij op. Aan de hand van de beslissing van de rechter en uw huidige financiële gegevens kan ik een berekening maken en bekijken of het bedrag nog juist is.